If it’s not on Strava, it didn’t happen.
Die quote heb je vast al eens horen vallen. Je sport regelmatig en houdt al je gegevens bij via een sportapp zoals Strava of Runkeeper. Handig toch? Zeker! Maar zoals vaker blijkt, heeft ook deze medaille een keerzijde. Ik schets het hieronder even voor je uit:
X: “En, fijn ritje gemaakt afgelopen zondag?”
Y: “Absoluut! De zon scheen en ik heb tussen de velden twee herten zien oversteken, mijn dag was meteen goed!”
X: “Ah.. Hoeveel had je gemiddeld?”
Y: “Goh, geen idee. 25 of 26 ofzo? Ik geniet van de omgeving en het actief zijn. Ik ben niet zo bezig met cijfertjes op dat moment.”
X: “…Ok dan.”
Herkenbaar?
Door mij, voor mij.
Begrijp me niet verkeerd, sportapps zijn een fantastische uitvinding. Indien ze voor de juiste doeleinden gebruikt worden. Het is maar wat handig om al die gegevens rond hartslag, afstand, trainingsbelasting, herstel en andere te kunnen raadplegen. Of je nu recreatief sport, traint voor een marathon of je eerste Ironman wil finishen. Meten is weten en dat kunnen we maar al te goed anno 2024. We weten beter dan ooit wat ons lichaam uitspookt voor, tijdens en na een inspanning. Positief? Absoluut!
Door mij, voor anderen.
Vergelijken doe je best ten opzichte van jezelf, niet met anderen. Laat daar nou net het schoentje klemmen de laatste jaren. In mijn ogen, hé. Een fietstocht in groep voelt voor een 25-jarige ongetrainde man van 80 kg anders aan dan voor een 40-jarige vrouw van 65 kg die al 20 jaar fietst. FTP, VO2-max, jobintensiteit, … Dat dus.
En toch duwt men naarstig door om dat gemiddelde in groep richting 30km/u te jagen. Bert, 25 jaar, uitgeteld, erover gegaan. Karolien, 40 jaar, fris als een hoentje.
“Goei rit!”
“Na inspanning volgt ontspanning, 5 pinten!”
Vooruitgang? Weg. Spierafbraak? In gang gezet. Herstel? Nada. Opnieuw uitpakken volgende week. Benny van de andere fietsclub in ’t dorp zal groen zien. Publiceren!
Mea culpa.
Ben ik daar zelf ook schuldig aan (geweest)? Ja hoor. Een mens moet in eigen boezem kijken. Wie nooit twijfelt, is ooit mis. Indien we de laatste 10 km van onze rit een versnelling hoger schakelen om 28 km/u te zien staan i.p.v. 27,6 km/u schort er wat. Verkeersregels worden niet meer te nauw genomen en het zou al moeten lukken dat er net iemand uit die voorrangsweg komt.
Het cowboygehalte is te hoog. Onder fietsers, wandelaars en de ijzeren vierwielers die allen dezelfde openbare weg delen. Niemand heeft ooit ongelijk. Mag het verbazen dat we zoveel verkeersagressie zien tegenwoordig? MIJN fietsgemiddelde, IK wandel HIER, IK MAG en ANDEREN MOETEN MAAR.
Een “goede” training heeft te maken met gevoel, verdraagzaamheid naar anderen en het constante besef dat we geluk hebben dat we kunnen doen wat we doen op dat moment. Niet met cijfertjes (waarvan je de zichtbaarheid trouwens kan beperken op sportapps indien die je niet aanstaan, whut?).
Weg ermee?
Sociale detox is nooit slecht, ook niet bij sportapps. Tijdelijk deactiveren of volledig verwijderen kan wonderen doen voor je gevoel maar dat moet ieder voor zich uitmaken.
Voor mij persoonlijk doet het veel. Ik train vaak, altijd alleen en vertrouw mijn voorwiel meer dan het achterwiel van een ander (lone wolf, enzo). Ik vroeg me dan ook af wat het nut voor mij nog was en besloot om geen gegevens meer te delen. Elk extra rustpunt dat je kan creëren in deze al hectische wereld is mooi meegenomen.
Wie naar binnen kijkt, ontwaakt.
Besluit.
Sportapps zijn uitermate handig indien correct gebruikt. Om je persoonlijke vooruitgang op te volgen maar niet om de vergelijkende som met anderen te maken. Laat profs prof zijn en wees een verstandige recreant. Met oog voor je eigen veiligheid en die van anderen.
Dus als je volgende maandag vraagt of ik een “goede” rit heb gemaakt en ik begin over het weer en overstekende fazanten, niet vreemd opkijken (knipoog).
Reactie plaatsen
Reacties